Een vierkant doosje met uitkragende dakrand en tamelijk gesloten gevels: erg uitnodigend oogt het stationsgebouw van Zevenaar niet. Het sobere gebouw had vooral een kantoorfunctie. De oorspronkelijke hal en wachtruimte zijn nu kiosk, waardoor ook het zicht vanuit het gebouw op de perrons vrijwel is verdwenen.
Voordat er concrete plannen voor station Zevenaar werden gemaakt, ontwikkelde Studio Makkink & Bey een visie (kleinere) stations in Nederland. Jurgen Bey: ‘Ons uitgangspunt daarbij was dat het makkelijker is om iets te bedenken voor mensen die ergens een uur moeten zijn, dan voor mensen die vijf minuten moeten wachten. Voor die mensen die een korte wachttijd hebben, is het leuk om mensen te zien die ergens mee bezig zijn. Daarom hebben we thema’s bedacht voor stations, zodat elke locatie een eigen betekenis krijgt. Een sportstation, een werkstation, een mediastation, een kweekstation (met kwekerij, bloemen- zaak, tuincentrum), een bibliotheek- station, een verzorgend station (met stomerij, schoenmakerij, etcetera).We gaan daarbij uit van de kracht van de ontwikkelaar – NS Stations – die dit scala aan voorzieningen kan aanbieden binnen een reistijd van enkele tientallen minuten. En voor de reiziger is ieder station een andere beleving.’
Voor station Zevenaar is vanuit dit zeer brede concept het onderdeel ‘werk- station’ vertaald naar de locatie. ‘Het basisidee is dat het station een publieke ruimte is waar je kunt werken, verblijven of met iemand afspreken. Een plek die vrijwel altijd open is’, vertelt de ontwerper. Om een dergelijke plek te creëren is een voorstel gemaakt om letterlijk een deel van het station eraf te zagen. ‘We houden het bestaande in acht’, zegt Bey met gevoel voor understatement. ‘Al werd de monumentale waarde van dit station niet groot geacht, wij vinden dat de energie die NS Stations in de eigen architectuur heeft gestoken, zichtbaar moet blijven.’
Op de plaats van het ‘weggezaagde’ deel van het station komt een plein dat de contouren van het station markeert en is ingericht met zitelementen en een lichtobject. De gevelopeningen worden gevuld met glas: daarachter bevindt zich de wachtruimte annex werkplek. De kiosk krijgt een nieuwe plek, net als kantoorruimte van de overige huurders (gemeente en vervoersbedrijven). De doorkijk naar de perrons wordt in ere hersteld.
Tekst uit Caroline Kruit, Spoorbeeld